woensdag 2 september 2009

Dahab en Dusseldorf

Jullie zouden nog steeds een verslag krijgen van de laatste dag in Egypte.
Ik heb aangegeven, dat we die dag niet kunnen gaan duiken omdat je 1 dag voor je vliegreis niet mag duiken.
‘s Ochtens om 7.30 uur (jaja) moesten we ons melden bij het duikbedrijf van ons hotel. We moesten toen ook meteen het hele bedrag van die trip betalen. Aangezien wij nogal argwanend waren, zeiden we dat we dat niet van plan waren. Ja, dan vertrekt de bus niet. Dus toch maar betaald.
Snorkels en zwemvinnen uitgezocht. Die waren van beduidend mindere kwaliteit dan we gewend waren bij D.I. En on the way.
Onderweg diverse roadblocks gezien. Wegarbeiders die aan het werk waren bij een temperatuur van + 45 C. Gestopt bij een wegrestaurant. Een aantal gingen toch naar de toiletten, want een wc was het niet. Zie foto’s. Je kon er ook drinken kopen, maar dat hadden we natuurlijk zelf meegenomen.
De gids heeft ons onderweg van alles verteld over Egypte, de Sinaiwoestijn, de bevolking en wat de inkomstenbronnen van Egypte waren. In volgorde van belangrijkheid: Suezkanaal, gas/olie en de toeristen. Vervolgens vertelde hij nog even hoe hij dacht over Israel. Meteen discussie, maar dat liep goed af.
Gestopt bij een uitzichtspunt over Dahab. Dan blijkt het maar een kleine plaats te zijn. De chauffeur moet een paar keer de weg vragen. Melanie ziet nog dat er op straat een geit wordt geslacht. En we stoppen even buiten Dahab, bij een kudde kamelen……….
Nou het waren dus geen kamelen, maar dromedarissen. En het was inderdaad de bedoeling om nu een stukje te gaan rijden op zo’n beest. Ik op kop, en de rest er achteraan. Die van mij heette Madonna, en vlug vlug is jellah jellah. Dus ik iedere keer Madonna jellah jellah. Maar daar deed hij niet veel op uit. Tot dat de begeleider dat ook riep, dat had echt wel invloed.
Later vernam ik nog, dat er achter mij complete races waren “verreden”. Inclusief het bijten van die beesten onderling. Onze gids heeft nog foto’s gemaakt onderweg.
Na een half uurtje schommelen, kwamen we aan bij een nederzetting bij de Blue Hole. Het laatste stukje moesten we lopen.
In het restaurant kregen we een ruimte toegewezen op de eerste verdieping. We hadden uitzicht op de Blue Hole. Even de “straat” oversteken en we konden gaan snorkelen. Mooi om te doen, maar niet spectaculair. Wij konden nu eens goed de duikers bekijken.
De lunch kregen we om 1300 uur. Best wel lekker, en met een complete vis (snapper?). Daarna nog even alles evalueren, met gesloten ogen.
Maar ik had intussen mijn Garmin (GPS-ontvanger) opgestart. Ja hoor een cache op 800 meter. Die moest ik vinden, de eerste in Egypte.
Toen iedereen weer enigszins aanspreekbaar was, heb ik het maar in de groep gegooid. Iedereen enthousiast. Dus dat was al mooi meegenomen. Nu nog uitleggen aan de gids: “gewoon de pijl volgen”. Ik zeg wel waar we heen moeten. Dat was n.l. de weg terug. Zo gezegd, zo gedaan. Totdat de pijl aanwees, dat we van de weg moesten. Stoppen en gezegd, dat we stukje moesten lopen van de weg af. Nog 400 meter de Sinai-woestijn in. Na 200 m. kwam de gids ons achterna. Ik zag de bui al hangen. Hij wilde dat we terug zouden gaan vanwege de snakes and scorpions! De jongens en ik liepen een stuk voor de meisjes uit. We deden net of we niets doorhadden. Op 100 meter voor de cache stoppen, in Egypte? Dacht het niet. Onderweg nog een dode kameel (dromedaris) gezien en vooral geroken. Wat een stank!
Bij de plek aangekomen, moesten we nog wel even zoeken. Maar Joost had hem toch wel redelijk snel gevonden. Mooie plek en goede inhoud. De gids vond het nu ook wel leuk. Hij dacht alleen dat we de gehele inhoud nu mochten meenemen…..
We moesten snel loggen. Er kwam een bedoeïen op een kameel aanzetten. Recht op ons af. Maar gelukkig had hij niets door.
De gids heeft onderweg nog de foto’s gemaakt van de groep bij de boompjes die ook op de geocache-site staan.
Moe, bezweet maar zeer voldaan kwamen we weer aan bij het busje. Op naar Dahab. Daar nog 2 bazars bezocht om wat souvenirs te kopen. Was niet echt veel. De jongens hebben nog ieder een waterpijp gekocht, na veel afdingen. Hebben ze goed gedaan.
Daarna verder naar het hotel, en de volgende dag naar huis.
Op het vliegveld Dusseldorf was er een warm onthaal van Hannelore, Margo en Gerda. Eindelijk weer een Grolsch te pakken. Heerlijk.